Shahaadah (de getuigenis).

De getuigenis, dat niets of niemand het recht heeft om aanbeden te worden behalve Allaah en dat Mohammed de Boodschapper van Allaah is (Shahaadah).

De argumentatie voor de Shahaadah is, Ta’ala’s Uitspraak: Allaah getuigt dat er geen god is dan Hij, en (ook) de engelen en de bezitters van kennis , standvastig in de gerechtigheid. Niets of niemand heeft het recht om aanbeden te worden dan Hij, de Almachtige, de Alwijze. (Soerah ali Imraan: Vers 18)

De betekenis van Niets of niemand heeft het recht om aanbeden te worden behalve Allaah is: Niets of niemand is een ontkenning (van goddelijkheid) van al datgene wat naast Allaah aanbeden wordt. Behalve Allaah is een bevestiging dat de aanbidding alléén voor Allaah is toegestaan zonder in de aanbidding tot Hem enige deelgenoten aan Hem toe te schrijven. Hij heeft dus ook geen partner(s) in Zijn Koninkrijk!

De interpretatie die (de betekenis van deze getuigenis) verduidelijkt ligt in de hiervolgende uitspraak van de Meest Verhevene: En toen Ibrahiem tot zijn vader en zijn volk (de godenaanbidders) zei: Voorwaar, ik (haat) wil niets uitstaande hebben met hetgeen wat jullie aanbidden! Behalve met Degenen Die mij geschapen heeft. Voorwaar, Hij zal mij Leiden. (Soerah az-Zoechroef: Vers 26-27)

En (in Allaah) Ta’ala’s Uitspraak: Zeg: O mensen van het Boek (Joden en Christenen) laten we tot een overstemming tussen ons en jullie komen (en dat is), dat wij niemand dan (alléén) Allaah aanbidden en dat wij niets met Hem vereenzelvigen (shrik), en dat géén van ons elkaar als heren (goden) naast Allaah plaatst. Als zij zich dan afwenden, zeg dan:‘’Getuig dat wij moslims (overgevenden) zijn’’! (Soerah ali Imraan: Vers 64)

De argumentatie voor de getuigenis dat Mohammed de Boodschapper van Allah is, is deze Uitspraak van de Meest Verhevene:

Voorzeker, er is een Boodschapper tot jullie gekomen uit jullie eigen midden. Het doet hem pijn om jullie te zien lijden (in deze wereld en in het Hiernamaals), vurig wenst hij het goede voor jullie, voor de gelovigen is hij liefdevol en barmhartig. (Soerah Towbah Vers 128)

De bedoeling van de getuigenis dat Mohammed de Boodschapper van Allaah is, is: Dat (je) zijn bevelen moet gehoorzamen en in al zijn informatie en toelichting gelooft , en zorgt dat (je) alles wat hij ons heeft verboden of voor heeft gewaarschuwd vermijdt, en dat je Allaah alléén op die manier aanbidt zoals hij dat heeft vastgesteld!


door Shaychoel-Islaam Ibn Soelaymaan At-Tamiemie rahiemehoellaa
_________________________

De eerste zuil van de Islaam is dus; de getuigenis dat niets of niemand het recht heeft om aanbeden te worden dan Allaah. Door (het uitspreken van) deze getuigenis stapt een dienaar de Islaam binnen. Hij getuigt dus van La illaha illa Allaah : d.w.z. (dat hij getuigt dat) niets of niemand het recht heeft om aanbeden te worden behalve Allaah. Deze getuigenis is gebaseerd op ontkenning en erkenning (of bevestiging). La ilaah (er is géén god) is een ontkenning. Illa Allaah (behalve Allaah) is een erkenning (of bevestiging) Allaah Ta’ala zegt:

U alleen aanbidden wij en U alleen vragen wij om hulp. (Soerah al-Faatiha Vers: 5) En Hij zegt: Er werd hen niets anders bevolen dan oprecht naar Allaah de aanbidding te verrichten, als Hoenafaa (van alle godsdiensten afkerend naar de Islaam). En (zij werden ook bevolen) de Salaah te onderhouden en de Zakaat te betalen en dat (de Tauwhied) is de rechte godsdienst. (Soerah al-Bayyinnah Vers: 5)

En Allaah Ta´ala zegt: Dat is omdat Allaah voorzeker de Waarheid is en omdat wat zij naast Hem (aanbidden) aanroepen (zoals beelden, afgoden en voorwerpen) vals is. (Soerah al-Hadji Vers: 62)

Het is echter zo dat het uitspraken van deze getuigenis zonder hier vervolgens naar te handelen niet van nut is! Wanneer iemand La ilaaha illa Allaah zegt maar vervolgens Allaah niet uitzondert in de aanbidding dan zal zijn getuigenis van geen enkel nut zijn! Zoals de huichelaars die deze getuigenis uitspreken maar er niet van overtuigd zijn. Zij zullen in de laagste graad van het Vuur vertoeven.

Diegene die La ilaaha illa Allaah zegt en hiernaast toch nog graven of afgoden aanbidt zal geen profijt hebben van zijn getuigenis, beter gezegd zijn getuigenis is ongeldig! Wat betreft de argumentatie voor de tweede getuigenis: dat Mohammed Sallalahu 'alaihi wasalam de Boodschapper van Allaah is, is deze uitspraak van Allaah Ta’ala:

Voorzeker, er is een boodschapper tot jullie gekomen uit jullie eigen midden... (Soerah at-Towbah Vers 128) i.e. Mohammed Sallalahu 'alaihi wasalam jullie kennen hem, want hij is tot jullie gekomen vanuit jullie eigen midden. Hij is van de meest edele stam onder jullie namelijk (de stam) Qoraysh. Het doet hem pijn om jullie te zien leiden…(Soerah at-Towbah Vers: 128) i.e. wanneer jullie het moeilijk hebben dan is dat drukkend voor hem. … vurig wenst hij het goede voor jullie… (Soerah at-Towbah Vers: 128) i.e. dat hij leiding en verlossing van het Vuur voor jullie wenst. En Allaah Ta’ala zegt: Mohammed is de Boodschapper van Allaah… (Soerah al-Fath Vers 29)

Na de (getuigenis) van dit, is het aan de dienaar om zijn bevelen te gehoorzamen en in al zijn informatie en toelichting te geloven, en te zorgen dat (hij) alles wat hij ons heeft verboden of voor heeft gewaarschuwd vermijdt, en dat hij Allaah alléén op die manier aanbidt zoals hij dat heeft vastgesteld! Deze vier zaken moeten verplicht inacht genomen worden.

Eerste: Zijn bevelen te gehoorzamen. Zoals de Salaah, Zakaat, e.d.

Tweede: In al zijn informatie en toelichting te geloven. Zoals over het hiernamaals, het Paradijs, de Hel etc.

Derde: Te verzorgen dat (je) alles wat hij ons heeft verboden of voor heeft gewaarschuwd vermijdt. Zoals het plegen van ontucht, het gebruiken van rente en andere zaken die Allaah en Zijn Boodschapper ons verboden hebben.

Vierde: Dat je Allaah alléén op die manier aanbidt zoals hij dat heeft vastgesteld. Je voegt dus niets aan het geloof toe wat Allaah er niet voor heeft geordend (bid’ah) want, de Profeet Sallalahu 'alaihi wasalam heeft gezegd:


Wie iets doet wat niet in overeenstemming is met onze zaak (Islaam) zal (zijn handeling) niets van worden geaccepteerd.

‘’En in een andere overlevering (van dezelfde hadieth): Wie aan deze zaak van ons (de Islaam) iets toevoegt, wat er niet bij hoort, zal deze toevoeging niet van worden geaccepteerd.’’! (Overgeleverd door al-Boechaarie nr. 2697 en Moslim nr.1718)


door Shaych al-Iemaan al-Allaamah Abdoel Aziez ibn Baaz rahiemehoellaa

Bron: het boek Al-Ibaanah van broeder brinkman



0 reacties:

Een reactie posten

Live duroos